Psalm 32 beschrijft de zwaarte van God. Deze zwaarte is in het OT doorgaans de positieve aanwezigheid van God - de glorie van God. Maar hier is het in een negatieve zin. Deze aanwezigheid drukte zwaar op David en maakte dat hij zich miserabel voelde. Dat is wat God doet om ons te brengen tot het punt van erkenning en opruiming van zonde.